Oorlogswinter
Naam Autreur: Jan Terlouw
Naam Uitgeverij: Lemniscaat (Jaar van uitgave: 1972)
Naam Hooftpersoon: Michiel van Beusekom, Dirk Knopper, Erica van Beusekom en Jack
Wat gebeurt er allemaal : Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal gaat hoofdzakelijk over een jongen die Michiel van Beusekom. Zijn familie bestaat uit de vader van Michiel, de moeder van Michiel, zijn oudere zus Erica en zijn jongere broertje, Jochem. Michiel zijn vader is burgemeester van Vlank. Michiel was 15 jaar oud en bijna zestien. Er kwamen vaak in de avond vluchtelingen uit de stad langs die onderdak zochten voor de nacht. Ook een hele vage oom "Ben" komt ook vaak langs. In de tijd van de oorlog moest iedereen voor acht uur 's avonds binnen zijn. Dirk, zijn buurjongen had Michiel er al eens op gepakt dat hij na achten 's avonds nog over straat ging. Hij zei toen op zijn half Duits "Es ist over achten, ich neme dich gevangen". Michiel schrok zich lam, maar hij had Dirk al snel door. Dirk was achttien jaar en zat in verzet. Dirk zei de volgende dag in het schuurtje bij Michiel achter, dat hij en het verzet waar hij in zat nog die avond een overval zouden plegen op het distributiekantoor in Vlank. Dirk vertelde niet voor niets wat hij wilde doen, want als er iets mis zou gaan met de overval, dan moest hij de brief afleveren aan Bertus van Gelder.
Dirk wilde niet vertellen wat er in de brief stond, want dat was geheim. De overval op het distributiekantoor mislukte volledig en ze werden opgepakt door de Duiters. Michiel probeerde de brief af te leveren aan Bertus, maar door allerlei omstandigheden kwam de brief niet op tijd aan bij Bertus. Dat kwam bijvoorbeeld, doordat hij Schafter tegenkwam die hem vroeg wat hij ging doen Michiel wilde Schafter niet vertellen wat hij ging doen, omdat men zei dat Schafter zich met de N.S.B inhield. Daarom verzon Michiel een smoes, dat hij naar het gemeentehuis toe moest om van zijn vader een bericht door te geven. Maar Schafter vroeg of hij dan even mee kon fietsen, want hij moest toevallig ook die kant op. Daar kon Michiel geen nee tegen zeggen, want dan zou hij argwaan wekken bij Schafter.
Toen ze bij het gemeentehuis aankwamen zei Michiel dat de vergadering van morgen toch gewoon doorging (want zoiets had hij gehoord van zijn vader). Toen hij weer op weg ging, liep zijn velg nog van zijn wiel. En toen hij die er weer op had, was het al te laat om nog naar Bertus te gaan. Dus toen hij thuis aankwam, vroeg hij voor de zekerheid of de vergadering inderdaad doorging, deze bleek een uur later dan normaal te zijn. Hij ging de volgende dag eerst naar het gemeentehuis en daarna pas weer naar Bertus. Toen hij bij het huis aankwam, was dat verlaten. En toen hij in de schuur keek, zag hij daar de vrouw van Bertus, die stil de eieren van de kippen aan het oprapen was. Michiel vroeg waar Bertus was. Na lang wachten kreeg hij antwoord op zijn vraag: "Bertus was opgepakt". Hij had verder niet meer verder gevraagd en liep stil weg. Het was maar goed dat hij die brief nog niet gegeven had, want anders hadden de Duitsers geweten wat er in stond. Michiel wilde zelf ook wel weten wat er in stond Misschien was het wel iets belangrijks. In de brief stond, dat Dirk een Engelse piloot in het bos verscholen hield. Het was tussen een paar jonge bomen waar in het midden een soort ondergrondse hut was gemaakt. Hij vroeg ook in de brief of Bertus de Engelse piloot wilde verzorgen, want er was niemand anders die ervan wist. En hij was door een val met zijn parachute zo zwaar gewond geraakt, dat hij niet meer kon lopen of zelf voor eten kon zorgen. Michiel wist dat ze verraden waren, want anders was Bertus niet opgepakt. Michiel moest in het bos even zoeken naar de schuilplaats, maar uiteindelijk vond hij hem. Hij kroop onder de bosjes door. Dat was niet de meest fijne manier om iets te zoeken, maar ja, het moest. Tot zijn schrik stond er opeens een loop van een geweer op zijn slaap gericht. De man keek erg argwanend naar Michiel. Hij probeerde de man te kalmeren en het lukte. De man sprak geen Nederlands. Na een gesprek sprak Michiel met hem af, dat hij hem om de dag eten drinken zou brengen. De Engelse man was gewond aan zijn arm en zijn been zat in het gips. Maar Michiel zag al, dat dat niet lang kon blijven zitten omdat het erg vies was. Toen hij thuis kwam, hield hij zijn mond tegen zijn vader en moeder. Niet dat hij zijn ouders niet vertrouwde, maar er kwamen zoveel mensen 's avonds die hij niet kende, dat hij in het bijzijn van die mensen er niet over durfde te beginnen, er kon altijd iemand meeluisteren. Hij vertelde het zijn zus wel, niet het verhaal over de mislukte overval, maar wel over de piloot die hij moest verzorgen. Hij vertelde het haar omdat zei verpleegster was. Een week nadat hij die brief had gekregen, kwam hij thuis van het bos en zijn moeder zat samen met zijn zus en kleine broertje te huilen. Toen Michiel vroeg wat er aan de hand was, kreeg hij pas na een tijdje antwoord: "Zijn vader was meegenomen door de Duitsers". Zijn moeder vertelde dat ze een dode Duitse soldaat is het bos hadden gevonden en zolang niemand zich kwam melden dat ie het had gedaan, zouden ze zijn vader en nog een paar andere mensen niet vrijlaten en overmorgen executeren.
Ook van Dirk hadden ze nog niets gehoord. Na een dag meldde nog niemand zich en er werden zes gijzelaars gedood, waaronder ook Michiel´s zijn vader. Iedereen was verbijsterd. Er moest een verrader zijn in het spel, dat wist Michiel zeker. Maar wie? Michiel hield het op Schafter, Maar hij wist het niet zeker. Na de dood van Michiel zijn vader voelde Michiel zich een beetje het hoofd van het gezin en hij was ook veel minder bang voor de Duitsers dan vroeger. Hij was vastbesloten om alles te doen wat in zijn vermogen lag om deze vreselijke oorlog in het nadeel van de Duitsers te helpen beëindigen, zolang hij daarmee geen mensenlevens op het spel hoefde te zetten. Toen hij een dag later weer bij Jack kwam, was zijn zus daar al en bleken ze inmiddels verliefd op elkaar geworden te zijn, dat terwijl de afspraak was dat ze alleen met Michiel mee zou gaan Michiel wilde ze eigenlijk niet storen, maar hij vertelde wel tegen zijn zus, dat hij dan maar twee keer in de week naar Jack ging en zij dan vijf keer.
Na een korte stilte op straat kwam er opeens een hele grote stoet van mensen uit de verte aan lopen met versleten kleren en veelal zonder schoenen. De Duitsers hadden ze meegenomen! De mensen uit het dorp gaven de mensen zoveel eten als ze zelf konden missen. Toen hij 's avonds in bed lag hoorde hij geritsel in de huiskamer. Hij sloop naar beneden, waar hij mannenstemmen hoorde. Hij wist niet wat hij moest doen, maar ja hij was tenslotte de baas in huis nu zijn vader dood was. Hij gooide de huiskamerdeur met een ruk open. In de kamer zaten twee onbekende mannen. Ze schrokken hevig. De een sprong en rende naar de deur. Zijn moeder, die in de kamer bleek te zitten zei tegen de mannen dat het haar zoon was en dat nergens bang voor hoefden te zijn. De oudste man vertelde hoe ze uit het kamp gevangenkamp waren ontsnapt. Toen hij en zijn oudste zoon zich voorstelde, zeiden ze dat ze de Groot heetten. Maar Michiel en zijn moeder hoorden aan het accent dat ze joden waren en dat ze dus nooit "De Groot" konden heten. Daarna sprak zijn moeder de twee mannen aan met een typisch Joodse naam, Polak. De twee mannen gaven toe dat ze niet "De Groot" heetten maar Kleerkoper. En dat ze waren opgepakt tijdens een razzia in Rotterdam. De twee mannen hadden kennissen in Overijssel die wel de Groot heetten. Michiel had toen het idee om de twee mannen als boerinnen te verkleden en zo de IJssel over te laten steken. Over de IJssel voer de Koppelse veer, naast de veer stond een huis van een barones. In dat huis waren Duitse soldaten ingekwartierd, maar die moesten zich strikt aan de regels van het huis van de Barones houden, want de barones was tegen de Duitsers. En dus moesten ze van haar om vanaf stipt drie uur tot half vier thee komen drinken, dus was er geen bewaking tijdens deze ´´thee-pauze´´ en waren er ook geen controles bij het veer. Daarom konden mensen, die liever niet gezien wilden worden in die tijd, over varen. Toen Michiel was wezen praten met de Barones mocht hij overvaren en een koets met twee paarden lenen om de als boerinnen verkleedde vluchtelingen te vervoeren naar de plaats in Overijssel, die ongeveer 4 uur rijden was. Dit lukte zonder problemen. Toen hij de twee bij hun kennissen had gebracht ging hij naar huis. Op de terugweg kreeg Michiel de Duitsers achter zich aan, maar die wist Michiel af te schudden met de snelle paarden van de barones. Helaas kwam hij onderweg Schafter tegen. Die zei gedag maar Michiel zei niets terug omdat hij Schafter niet vertrouwde. Toen hij de paarden van de barones terug had gebracht ging hij naar huis. Hij had zijn plan alleen verteld tegen zijn oom Ben, dei sinds de dood van Michiel´s vader vaak met Michiel praatte over de dingen des levens, en hielp om de vluchtelingen die ´s avonds altijd kwamen op te vangen. Michiel hoorde een paar dagen later dat de Barones werd verdacht van het helpen overzetten van vluchtelingen. Michiel kreeg het vermoeden dat, als oom Ben daar iets mee te maken had, de Duitsers konden dus ook eerdaags bij hem op de stoep staan. Als oom Ben een verrader was... hij had hem al zoveel verteld. Hij voelde zich diep ongelukkig. De Duitsers kwamen hem (Michiel) echter niet halen niet halen. Was oom Ben dan toch niet fout?
Toen de Barones officieel verdacht werd van het helpen van vluchtelingen kwam een Duitse groep soldaten onder leiding van een hoge Duitse militair de Barones ophalen voor verhoor. Ze kwam echter niet haar villa uit. De Duitsers smeekten haar naar buiten te komen (de Duitsers hadden in de oorlog een zeer groot respect voor de adel), Ze weigerde echter. Toen de Duitsers de deur probeerden te forceren begon ze met een ´´shotgun´´ op hen te schieten. De militairen driegden haar voordeur kapot te schieten met een mortier. Ze week niet en werd dood tussen de puinhopen van haar villa (of wat daar nog van over was) gevonden, met een oranje sjaal om.
Op een middag toen hij weer naar Jack (de engelse piloot) toe ging en hij met al het eten en drinken onder de bosjes door sloop, stond jack voor zijn neus en hij zei "Schrik niet, want we hebben een bezoeker". Toen hij het hol binnenkwam, zag hij daar Dirk zitten, zijn buurjongen van achttien jaar die was opgepakt bij de overval op het distributiekantoor. Dirk zag er niet uit, zijn ogen waren helemaal blauw en hij zat gedeeltelijk onder het bloed. Na een kort gesprek met Dirk en zijn zus Erica, viel het onderwerp op de dood van de vader van Michiel, Michiel vertelde dit aan Dirk, voor zover hij wist had Dirk daar nog geen weet van dat zijn vader was vermoord. Opeens begonnen Jack en Dirk te huilen. Michiel vroeg wat er was en Dirk vertelde, dat hij, toen hij Jack had aangetroffen in een boom, er een Duitser bij stond en hem koud wilde maken. Maar Dirk had daar een stokje voorgestoken en stak de Duitser neer. Toen ze de Duitser hadden begraven, had Dirk de piloot meegenomen naar de schuilplaats.
Jack was inmiddels flink opgeknapt en wou proberen bevrijd gebied te bereiken. Michiel schakelde oom Ben in, die Michiel inmiddels niet meer wantrouwde. Oom Ben beloofde ´´zijn mensen van het verzet´´ voor vervoer te laten zorgen, en Jack met een vervalst persoonsbewijs naar de kust te laten gaan, waar hij met een boot kon oversteken. Michiel gaf de plaats van de schuilplaats aan oom Ben zodat hij Jack kon ophalen om hem naar het station te brengen. Toen hij die dag hout moest halen in het schuurtje hoorde hij zijn moeder tegen zijn broertje praten, terwijl ze in de keuken waren. Dat betekende dus dat in het schuurtje afluister appara-tuur most staan. Inderdaad er bleek een afluister-set te staan van Duitse makelij. Opeens had hij het door, zijn nep oom Ben had hem afgeluisterd toen Dirk hem de Brief, dat was immers in de keuken gedaan. Oom Ben hield hem echter de hand boven het hoofd. Daardoor was de overval mislukt en de brief voor Bertus had hij natuurlijk al gelezen. Ze hadden afgesproken die brief onder er stro van het konijnenhok te bewaren. Als een speer stapte hij op zijn fiets en fietste naar het bos om Jack uit de hut te halen. Ben werd afgeleverd bij het verzet toen hij thuis kwam nadat hij blijkbaar met de Duitsers mee was geweest naar het bos. Een maand later is de oorlog afgelopen.
Waar speelt het verhaal zich af : De gebeurtenissen spelen zich af in het dorp Vlank. Het ligt op de noordrand van de Veluwe, dicht bij Zwolle, en tussen Zwolle en Vlank ligt de rivier de IJssel. Daar liep een belangrijke brug voor de duisters overheen, dus werd hij gebombardeerd.
Wanneer speelt het verhaal zich af : Het boek speelt zich af 1940 t/m 1945 niet helemaal precies maar dat wil dus zeggen dat het in de Tweede Wereldoorlog afspeelt
Wat van soort verhaal is het : Het is een spannen verhaal, omdat er vele wendigen in zitten
Mijn Leeservaring : Ik vond het een spannend boek en het was duidelijk geschreven En de boodschap die het verhaal met zich mee bracht, vond ik ook heel erg goed. Ik vond de manier van schrijven erg interesant. zelf heb ik de film ervan ook gezien.

Maak jouw eigen website met JouwWeb